5 financiële eindejaarstips voor 2025

1. Box 3-vermogen

Het box 3-stelsel heeft drie vermogenscategorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden, elk met een eigen fictief rendement. Voor 2026 is het rendement voor overige bezittingen al bekend: 7,78%. Voor de andere categorieën worden de fictieve rendementen na het belastingjaar definitief vastgesteld, maar in de voorlopige aanslag 2026 wordt naar verwachting uitgegaan van 1,28% (voor banktegoeden) en 2,70% (voor schulden). Het box 3-inkomen blijft belast tegen 36% en het heffingsvrije vermogen per fiscaal partner daalt van €57.684 naar €51.396.

Naast het box 3-stelsel op basis van fictieve rendementen is er ook een tegenbewijsregeling in box 3. Is het werkelijk rendement lager dan het fictief rendement? Dan telt in box 3 het lagere werkelijk rendement. De tegenbewijsregeling geldt ook in 2026.

💡Tip: verwacht je in 2026 te kiezen voor de heffing op basis van fictief rendement? Betaal dan je openstaande rekeningen of geplande uitgaven nog vóór de peildatum van 1 januari. Dat kan gunstig zijn voor je belasting in box 3.

💡Tip: verwacht je een laag rendement op je box 3-vermogen in de categorie ‘overige bezittingen’? Dan is het mogelijk interessant om dat vermogen onder te brengen in een bestaande of nieuwe BV. Lees er meer over in dit artikel. Bedenk wel dat het tijdelijk veranderen van vermogen binnen box 3 en ‘box-hoppen’ (rond de jaarwisseling vermogen verplaatsen tussen boxen) om belasting te besparen, worden bestreden met antimisbruikregelingen.

2. Hypotheek aflossen

Heb je box 3-vermogen? Dan kan het interessant zijn om je hypotheek niet in box 1, maar in box 3 te laten belasten. Waar je in box 1 de hypotheekrente kunt aftrekken van je belastbaar inkomen, kun je in box 3 je hypotheekschuld verrekenen met je bezittingen. Dat kan leiden tot minder belasting op je vermogen. Houd er wel rekening mee dat het verplaatsen van je hypotheek van box 1 naar box 3 niet altijd mogelijk, eenvoudig of voordelig is. En dat daarvoor meerdere stappen nodig zijn. Wil je dit nog in 2025 regelen, dan moet je dat dus snel doen.

Ook extra aflossen op je hypotheek kan een goede optie zijn. Overweeg goed of je het geld dat je gebruikt voor de aflossing voor de lange termijn kunt missen. Geef het op tijd bij je bank aan als je jouw hypotheek in 2025 volledig wilt aflossen. Wil je dit jaar alleen een extra aflossing doen? Zorg dan dat deze op tijd binnen is bij de hypotheekverstrekker. Let op: los je met een extra aflossing meer af dan het jaarlijkse maximale boetevrije bedrag ? Dan krijg je mogelijk te maken met een aflossingsvergoeding (boeterente).

3. Lijfrente

Heb je geen of een beperkte oudedagsvoorziening? Dan kun je overwegen om in 2025 nog een lijfrenteproduct af te sluiten, bijvoorbeeld Evi Persoonlijk Pensioen. In 2023 is de lijfrenteaftrek door de nieuwe pensioenwet (Wtp) aanzienlijk verruimd. In 2025 bedraagt de maximale jaarruimte € 35.798. Ook de reserveringsruimte is verhoogd. Heb je jouw jaarruimte de afgelopen tien jaar niet of niet volledig gebruikt? Dan kun je dit jaar tot € 42.108 extra lijfrenteinleg in aftrek brengen.

Bereken je jaarruimte

4. Schenken aan je (klein)kinderen

Je kunt elk jaar belastingvrij een bedrag aan je kinderen schenken. In 2025 is dat € 6.713. Het is ook mogelijk om eenmalig een hoger bedrag belastingvrij te schenken als je kind tussen de 18 en 40 jaar oud is. Ook aan je kleinkinderen kunt je jaarlijks belastingvrij een bedrag schenken. In 2025 is de schenkingsvrijstelling voor kleinkinderen € 2.690.

💡Tip: van plan om in 2025 nog gebruik te maken van de schenkingsvrijstelling? Maak het bedrag dan dit jaar nog over. Alleen als het om de jaarlijkse vrijstelling gaat, hoeft de ontvanger geen aangifte schenkbelasting te doen.

💡Tip: overweeg of je voorwaarden aan de schenking wilt verbinden. Bijvoorbeeld door te schenken onder bewind of met een uitsluitingsclausule of tweetrapsmaking. Voor onze klanten hebben wij een schenkingsakte beschikbaar voor schenkingen tot € 150.000.

Lees alles over schenken

5. Tweede woning kopen en/of verhuren

Ten aanzien van het kopen en/of verhuren van een tweede woning zijn er twee punten om rekening mee te houden:

• Het standaardtarief voor de overdrachtsbelasting gaat per 1 januari 2026 omlaag van 10,4% naar 8%. Dit geldt alleen voor woningen die de koper niet als hoofdverblijf gaat gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan vakantiewoningen of woningen die bestemd zijn voor de verhuur. Het kan dus interessant zijn om de aankoop hiervan uit te stellen naar 2026. Dat bespaart je 2,4% over de waarde van de woning.
• Het btw-tarief voor de verhuur van een vakantiewoning gaat in 2026 veranderen, van 9% naar 21%. Dit geldt alleen voor de verhuur van vakantiewoningen (verblijf voor kortere termijn). De verhuur van ‘gewone’ woningen (verblijf voor langere termijn) blijft vrijgesteld van btw. Is je totale omzet uit de vakantiewoning in het kalenderjaar maximaal € 20.000? Dan kun je de kleineondernemersregeling (KOR) gebruiken. Je bent dan vrijgesteld van btw. Om de KOR te kunnen toepassen, moet je je tijdig aanmelden bij de Belastingdienst. Het is overigens niet altijd interessant om de KOR toe te passen. Je kunt dan bijvoorbeeld de btw op kosten niet aftrekken. Laat je hierover dus goed adviseren door een fiscalist.

Geschreven naar de stand van zaken op 18 november 2025.

Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wil je persoonlijk advies, overleg dan met je financieel adviseur of fiscalist.